Tom in de buurt: minder zorginstanties, beter samenwerken
Van losse contracten met veertig zorgpartijen naar één contract met zes vaste partners. De Rijnstreek greep de decentralisatie van de zorg aan om het sociale domein eenvoudiger in te richten. Nu levert een handjevol zorgpartijen inwoners ondersteuning dicht bij huis onder de naam Tom in de buurt. ‘Veel gemeentes kijken jaloers naar onze aanpak.’
Met Tom in de buurt (Talent, Ondersteuning en Meedoen) kwam er één zorgloket voor inwoners van Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem en Nieuwkoop. Tot voor kort konden ze daar met elke vraag over welzijnswerk en Wmo-ondersteuning terecht. Sinds begin dit jaar is het takenpakket van het samenwerkingsverband iets veranderd. Nu is het volledig verantwoordelijk voor alle Wmo-vragen; van de aanvraag van een traplift tot ondersteuning door de wijkcoach. Wilko Kuus, bestuurder van het samenwerkingsverband: ‘Onze medewerkers bekijken de hulpvraag en koppelen de inwoner vervolgens aan de juiste instantie. Speelt er meer of iets anders? Dan zorgen we dat mensen ook die hulp krijgen. Die inschatting kunnen onze mensen goed maken dankzij de brede expertise in ons samenwerkingsverband. Zo heeft Kwintes kennis op het gebied van psychische kwetsbaarheden en bemoeizorg, en weet WMO Maatwerk alles van de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking.’
Eén set afspraken, brede expertise
Wilko kan zich de opstartfase van de Tom in de buurt nog goed herinneren. ‘Nadat we in 2015 de Europese aanbesteding van de Rijnstreek gegund kregen, moesten we de nieuwe samenwerking nog wel op poten zetten. Medewerkers van de verschillende organisaties reden in auto’s vol dossiers de regio rond om inwoners te ondersteunen. Het was echt pionieren. Daarna moest Tom in de buurt nog zichtbaar worden bij inwoners. We kregen de ruimte om alles op onze eigen manier aan te pakken – mede dankzij de lumpsumbekostiging. We kregen een zak geld en daarvan moesten we het doen. Inmiddels weten inwoners en ketenpartners ons goed te vinden.’
Inge van der Heiden is bij gemeente Alphen aan den Rijn contractmanager voor Tom in de buurt. Ze staat nog altijd vierkant achter de keuze om het aantal zorgpartijen drastisch terug te brengen. ‘Doordat we alle expertise in handen van één samenwerkingsverband hebben gelegd, kunnen we veel beter sturen op resultaten. Dat is wel wat anders dan (prijs)afspraken maken met tientallen zorgpartijen. Nu is het duidelijk: één set afspraken voor één consortium, voor één totaalbedrag.’
Dichtbij inwoners, niet te groot
De gemeente en Tom in de buurt vonden elkaar in de visie dat je ondersteuning dicht bij mensen moet organiseren. Het samenwerkingsverband regelt hulp, vertelt waar mensen hulp in de wijk kunnen vinden, of onderzoekt of er een Wmo-voorziening nodig is. Met Tom in de buurt is er één aanspreekpunt gekomen voor inwoners. Deze hulpverlener houdt overzicht over de situatie, eventueel samen met andere betrokken hulpverleners.
De nieuwe aanpak is de gemeente zo goed bevallen, dat ze ook voor andere soorten zorg is overgegaan op zorgcollectieven. Zo zijn er inmiddels ook consortia voor Jeugdzorg en voor Preventie. ‘Welzijnswerk met thema’s als opvoedingsondersteuning, sport en statushouders valt daarom niet meer onder het takenpakket van Tom in de buurt, maar van het samenwerkingsverband Preventie. Ook de betrokken zorgorganisaties verhuisden mee. Alles onderbrengen bij Tom in de buurt was geen optie. Dan werd het collectief te groot. De nieuwe opdracht van Tom in de buurt focust zich daarom alleen op de uitvoering van de Wmo.’
Nauw samenwerken, duidelijke afspraken
Voor Tom in de buurt is de gemeente meer dan financierder. ‘We werken intensief samen’, zegt Wilko. ‘Dat is een van de redenen waarom het samenwerkingsverband zo succesvol is. We kijken sámen wat nodig is en worden niet alleen afgerekend op afspraken.’ Inge vult aan: ‘Voor de thema’s, werk en inkomen, schuldhulpverlening en leerplicht is de gemeente zelf ook uitvoerder en partner van het samenwerkingsverband.’
Voor gemeentes die dezelfde plannen hebben, heeft Inge nog een tip. ‘Andere gemeentes kijken wel eens jaloers of kritisch naar ons. Dat snap ik, het is toch een kwestie van een lange adem. Zo’n samenwerking staat niet in een jaar. Daar houden wij in de afspraken ook rekening mee. In de opstartfase gelden bij ons andere afspraken dan wanneer alles eenmaal draait. Dat doen we ook nu voor Tom in de buurt de focus alleen op de Wmo is komen te liggen. Inwoners moeten uiteraard de zorg ontvangen die ze nodig hebben, maar daarnaast moeten we ook rekening houden met de opstartperikelen van een zorgcollectief. We hebben er vertrouwen in dat Tom in de buurt ook van de nieuwe opdracht een succesvolle samenwerking maakt.’
Het laatste nieuws

‘Flexibiliteit is belangrijk in deze baan: calamiteiten gaan voor alles’

Vijf inzichten in de meerwaarde van digitale zorg
